Een kind(t) kan de was doen

Aangezien we niet alle tv-programma’s tegelijk kunnen zien, moeten we dus soms keuzes maken. Gelukkig staat de techniek tegenwoordig voor niets, en hebben we de optie om een programma terug te kijken. ‘De Alleskunner’ is zo’n programma, al is het alleen al dat we het willen terugkijken voor de soms hilarische voice-over van Frank Lammers. Het is geen ingewikkeld concept, dus het kijkt lekker simpel weg. Voor diegene die het nooit heeft gezien: er is een groep van honderd personen, en na elke ronde met een bepaalde opdracht valt er één persoon af. En die opdracht kan van alles zijn. Stickers van je rug af halen, een hoedje werpen op een kapstok, of ping-pongballetjes laten stuiteren in een lege eierdoos. Ben je het slechtst hierin? Dan val je dus af. Duidelijk?

Goed, ik keek dus met mijn zoontje van acht een aflevering terug. En zoals altijd hebben we dan het nodige commentaar, of ideeën. Een voorbeeld? Er zijn rondes waarbij na afloop een gigantische zooi ontstaat. De hele vloer ligt dan bezaaid met rollen wc-papier, of er ligt één grote plas ananassap. Dan lijkt het ons wel leuk om de verliezer van die ronde alles te laten opruimen. Ik denk dat iemand dan veel meer zijn of haar best gaat doen. Als je er nu uit wordt gekegeld moet je een bord omhooghouden met een getal erop dat aangeeft als hoeveelste je over bent gebleven, de voice-over galmt ‘Tot nooit weer ziens!’ door de hal, je neemt afscheid van de groep en dat was het dan. De groeten. Wegwezen. Je kunt bij de uitgang een kleurplaat ophalen, en dat was dat. Maar wie verliest moet lijden. Dat is ons motto. Dus opruimen die troep, ook al kost het je de hele dag.

Een ander voorstel? Uiteindelijk blijven er maar twee over. En vorig seizoen was dit moment uitgemolken tot een Grande Finale, waarbij verschillende uitdagingen achter elkaar werden geplakt. En degene die het snelst was had gewonnen. Het hoogtepunt van het seizoen. Mijn zoontje en ik hebben nu de perfecte finale bedacht. Steen papier schaar. Gewoon twee mensen tegen over elkaar die aftellen vanaf drie, en dan klaar. Afbreken en naar huis.

Maar ik zou mezelf natuurlijk niet zijn als ik me ergens niet aan erger. Eén van de opdrachten in deze aflevering was een werkwoordsvervoeging afmaken met -d, -t of -dt. Niet iedereen is daar even goed in, dat snap ik. Zij hebben vast andere kwaliteiten. Hoop ik. Daar ging het nu ook niet om. Nee, er bleven uiteindelijk twee vrouwen over die tot dan toe alles fout hadden. En soms zet de regie er dan hun namen bij, en wat ze doen in het dagelijkse leven.

En toen hapte ik eventjes naar adem.

Eén van de twee genieën bleek namelijk een HBO-studente te zijn. Die alle vervoegingen fout had tot dan toe. En het waren niet hele ingewikkelde vervoegingen he? Gewoon, een simpele stam plus t. Of zonder, in geval van de ik-vorm. Of ‘je’ of ‘jij’ erachter. Snapt je? Oké, die was express. Mijn zoontje van acht had overigens alles goed. Ze hadden haar het aantal dat op dat bord stond aan stokslagen moeten geven.

Dat deze studente alles fout had bracht nogal wat vraagtekens bij me naar boven. Want hoeveel is haar HAVO-diploma eigenlijk waard? Ik mag aannemen, want ik heb zelf namelijk geen HAVO afgerond, dat ze tijdens haar avontuur op de middelbare school zo nu en dan wat Nederlands heeft moeten schrijven. En ik mag toch zeker hopen dat een leerkracht haar dan op de grammaticale fouten wijst. Dus óf ze werd nooit gecorrigeerd, óf ze heeft er niets van geleerd. In beide gevallen zou ze haar diploma mogen inleveren. Met een handgeschreven excuusbrief er bij, en als hier geen fouten in staan mag ze nog één keer examen doen, een laatste poging om haar diploma te verdienen.

Maar de grootste vraag die in me opkwam is hoe het dan met de kinderen gaat die nu thuisonderwijs krijgen. Ik ben een redelijke taalpurist, dus bij die van mij zit het wel goed. Als ik onverhoopt een fout maak op sociale media verwacht, nee, eís ik zelfs dat ik word gecorrigeerd. Met het schaamrood op mijn kaken verbeter ik dan mijzelf, en ga daarna in de foetushouding in een hoekje liggen huilen. Maar wat als die zogenaamde HBO-studente zélf kinderen krijgt die ze thuis van alles moet bijleren? Als ik mijn zoontje af en toe hoor wat dáár voor idiote straattaal uit komt, dan houd ik mijn hart vast als daar ook nog onbegrijpelijke vervoegingen van de Néderlandse taal bij komt.

Ik weet het, je kunt je om minder druk maken. Maar het is geen hogere wiskunde, het gaat om de basisregels. Laten we er voor zorgen dat díe in elk geval goed worden aangeleerd. Maar als ik zo op verschillende sociale media kijk vrees ik het ergste.

 

Foto: Willeke Veldman