Skip-Bo

Skip-Bo is een verslavend en makkelijk te begrijpen spel waar iedereen wel mee aan de slag kan. Van twee tot zes spelers is het spel te spelen en je mag meedoen vanaf 7 jaar. Ik speel het zelf meestal met mijn moeder en dan zijn we met een potje ongeveer een half uur bezig. De uitgever van dit spel is Mattel. Mattel ken je vast wel – dit is de maker/bedenker van Barbie.

Wat zit er in de doos?

In de doos vind je enkel de spelregels en 162 speelkaarten. Van deze kaarten zijn er 144 kaarten genummerd 1 t/m 12 en 18 Skip-Bo kaarten (jokers).

Het spel

De bedoeling is om je kaarten weg te spelen door ze in de goede volgorde te leggen, namelijk van 1 t/m 12. Er zijn nogal wat stapeltjes kaarten in dit spel dus ik ga ze allemaal even uitleggen. In het midden rechts ligt de trekstapel. Hiermee vullen de spelers aan het begin van hun beurt hun hand mee aan tot vijf kaarten. Hierboven en onder liggen van iedere speler de eigen stok. Dit is een stapel van 40 kaarten waarvan de speler steeds de bovenste mag proberen weg te spelen. De andere kaarten van deze stapel liggen ondersteboven.

Naast de trekstapel is er plek voor vier bouwstapels. Hier mogen de spelers hun kaarten proberen kwijt te spelen. Hier moeten de stapels gebouwd worden van 1 t/m 12. Als een bouwstapel op de 12 terecht komt moet deze stapel afgelegd worden op de aflegstapel. Deze stapel ligt aan het andere uiteinde van de vier bouwstapels. Verder heeft elke speler ook ruimte voor een viertal verzamelstapels. Aan het einde van elke beurt moet de speler één van de kaarten die hij op handen heeft voor zich neerleggen in een van deze verzamelstapels. Hij of zij mag hier ook kaarten stapelen en mag de kaarten ook gebruiken in zijn of haar beurt maar alleen de bovenste kaart mag gebruikt worden.

Om even samen te vatten wat je tijdens een beurt doet, ga ik even stap voor stap. Je vult je hand aan met vijf kaarten. Je kijkt of je met behulp van deze kaarten en de kaarten in je verzamelstapels de bovenste kaart van je stok kwijt kan spelen op een van de bouwstapels. Hierna leg je één van de kaarten in je hand op een van je verzamelstapels. De beurt is nu aan de ander.

Wat ik ervan vind

Dit is echt een spel wat je kunt blijven doen. Mijn moeder en ik tellen altijd de kaarten die de verliezer overheeft en tellen dit op bij de stand van onze vorige potjes. Zo houden we bij wie er de beste is van ons twee.

Ik vind kaarten schudden persoonlijk echt heel irritant. Bij dit spel is het ook nodig dat er echt goed geschud word omdat je de kaarten zelf dus op volgorde legt. Ik ben hier duidelijk niet echt een kei in. Mijn oplossing, koop een kaartschudmachine. Ben je gelijk van het oneerlijk geschud gedoe af.