Stem op mij

Het stond er echt. De man die een 19-jarig meisje doodreed tijdens een straatrace met zijn zoon, wilde onderzoek naar haar bloed en inzicht in de belgegevens van dat meisje. Want ondanks dat hij zelf meer dan honderd kilometertjes per uur te hard reed en twee keer zoveel alcohol in zijn bloed had als toegestaan, kon dit natuurlijk nooit zíjn fout zijn geweest. Gelukkig was het gerechtshof niet totaal achterlijk en wees dit verzoek af. De rechtbank veroordeelde de man overigens tot een celstraf van vier jaar, en een rijverbod van víjf baantjes rond de zon. Die mag dus de gehele tijd in de gevangenis geen auto rijden, en daarna nóg een jaartje niet. Ha! Dát zal ‘m leren!

Je zal de vader van dat meisje maar zijn. Of de moeder. Of wat voor nabestaande dan ook. En niet alleen in het geval van dit meisje, zowat dagelijks worden we geconfronteerd met verhalen van mensen die een dierbare zijn kwijtgeraakt door de schuld van een ander. In een aantal schrijnende gevallen loopt de dader nog vrij rond. En is deze gevlucht, naar zeg maar een bos in Spanje. Want twintig jaar nadat je een jongetje van elf om het leven bracht zijn ze je op het spoor. En dan is vluchten blijkbaar je enige uitzicht. Maar ooit zal deze laffe hond worden gevonden. En dat werd ‘ie.

En dan?

Er bestaat geen boom hoog genoeg waar ze zo iemand wat mij betreft aan mogen opknopen. Ongetwijfeld zal deze man een lange gevangenisstraf krijgen. Maar wat is lang genoeg voor een nabestaande? Zij zijn immers een geliefd persoon kwijt, die ze écht niet meer terug krijgen nadat de gevangenisstraf is uitgezeten. Sterker nog, leven met de wetenschap dat jíj iemand kwijt bent, en dat de dader weer verder kan met zijn leventje lijkt me zacht gezegd moeilijk.

De man zal dus worden berecht, en wat zal dan de uitkomst zijn? Wellicht doodslag in plaats van moord. Maximale gevangenisstraf is dan vijftien jaar, dus na zo’n tien jaar is hij weer een vrij man. Tien jaar lang doorbrengen in een cel onder erbarmelijke omstandigheden. Zoals maximaal tien minuten bellen per dag. Tien minuten. Per dag. Dat haal ik in een maand nog niet eens. En wel een computer tot je beschikking hebben, maar geen toegang tot internet. Pleur Rollercoaster Tycoon maar op die harde schijf, en die jaren vlíegen voorbij. En dan zit de straf er al weer op. En gaat het rouwen voor de nabestaande(n) gewoon door. Want wanneer word je altijd weer geconfronteerd met het verlies van een dierbare? Precies. Op feestdagen, zoals verjaardagen, of bijvoorbeeld Kerstmis. En als we eens out of the box thinken, moet daar wel iets op te verzinnen zijn. En uiteraard heb ik een oplossing.

Wat ik voorstel is de meldplicht. Als je je zuurverdiende gevangenisstraf hebt uitgezeten mag je je op feestdagen, en de verjaardag van je slachtoffer netjes melden op het politiebureau. Elk jaar. Ga daar maar een paar uurtjes zitten nadenken. Zonder telefoon. Zonder computer. Zonder Netflix op je 4K-tv. Of ga desnoods op die dagen papier prikken in het bos, plastic opduiken uit de zee, landmijnen opruimen in Afghanistan, ik noem maar wat. Zolang je er op die dagen maar aan herinnerd wordt dat er mensen zijn die het door jouw toedoen op die dagen nóg slechter hebben. Die maar al te graag jouw uurtjes zonder telefoon en computer zouden inwisselen voor nog één dag met hun dierbare. Lijkt mij geen slechte toevoeging op een celstraf. Stem op mij.

Foto: Willeke Veldman