Wat een prestaties

Als vader van een 7-jarige krijg ik regelmatig ongevraagde info naar mijn hoofd geslingerd. Meestal als er weer eens een nieuwe editie van Wild van Freek op de deurmat is geploft. Dan volgt er een stormvloed aan feitjes, zoals ‘Wist je dat een giraffe 56 kilometer per uur kan rennen?’ Sowee. Das best hard. Maar wat ik me dan in zo’n geval afvraag, is of dat dan voor alle giraffen geldt. Misschien is het wel een gemiddelde. Of hebben ze precies die ene giraffe geklokt die het hardst kan rennen van allemaal. Zeg maar de Usain Bolt onder de giraffen. En nu hebben we het over de giraffe. Het snelste landdier ter wereld is de cheeta. Met een topsnelheid van ruim honderd kilometertjes per uur. Ook hiervoor geldt: wat als ze toevallig de topsporter onder de cheeta’s hebben gemeten? En zijn al die andere cheeta’s zo traag als dikke stront door een trechter. En zijn ze niet allemaal zo dapper als ons wordt voorgeschoteld. Dat je, als zo’n beest op je af komt sprinten, je er schreeuwend op af kunt rennen met je armen zwaaiend door de lucht waardoor ze met de staart tussen de gespierde pootjes piepend afdruipen. Ik ga het in elk geval niet proberen, maar volgens mij zit er bij die beesten onderling best wel verschil tussen.

Voor ons, de mens, is dat toch niet anders? De één is nou eenmaal wat sneller dan de ander. Of slimmer dan de ander. Of knettergekker dan de ander. En nou zie ik niet zo snel een paar dieren onderzoek doen naar ons gedrag, maar stel je eens voor dat we in de gaten worden gehouden door, weet ik veel, buitenaardse wezens of zo. Of nog erger, dat ík in de gaten word gehouden door onze intergalactische vrienden. Dat mijn persoonlijke prestaties dan de standaard worden voor wat ‘de mens’ allemaal kan. Dat de topsnelheid van de mens maar liefst negen keiharde kilometertjes per uur is. Met wind mee. En bergaf. Dat de mens uitblinkt in laveloos op de bank hangen. Ik geloof nooit dat er dan vanuit de ruimte snel contact met ons wordt gezocht.

Als er al buitenaards leven bestaat. Want we pompen met zijn allen miljarden in projecten om te zien of er water is op Mars. Want als dat er daadwerkelijk is, is er leven mogelijk. Maar wat als er op Mars andere wetten gelden? Dat er daar bijvoorbeeld helemaal geen water nodig is om te kunnen leven? Dat er genoeg leven is, maar dat zodra de bemoeizuchtige mens de Marsrover er zijn rondjes laat rijden dat leven zich niet laat zien. Want zo intelligent zullen ze daar wel zijn. De naam van dat voertuig ook alleen al: Mars-rover. Klinkt overduidelijk als landjepik op een zeer hoog niveau.

Laten we eigenlijk alsjeblieft zolang er geen water is ontdekt geloven dat er dan ook geen leven is. Zodat we het lekker met rust laten. De boel verpesten voor al het andere leven doen we op onze eigen planeet al voldoende. Laat de giraffe en de cheeta lekker hun sprintje trekken. Zonder dat we er als een malloot met een stopwatch bij gaan staan.

 

Foto: Willeke Veldman