Treelings

Vandaag nemen we weer een leuk gezelschapsspelletje onder de loep, namelijk Treelings. Treelings is een spel wat is ontwikkeld door Paul Schultz en is uitgegeven door White Goblin Games. Als je al naar de doos kijkt heb je toch meteen zin om te spelen? Wat ziet het er mooi en fantasierijk uit! Volgens de doos duurt een potje Treelings zo’n 15 minuten en kan het gespeeld worden vanaf 8 jaar. Minimaal 2 tot maximaal 5 spelers zijn nodig voor dit spelletje!

Wat zit er in de doos?

In de doos vinden we natuurlijk de handleiding, maar voor de rest alleen maar kaarten. Niet zomaar kaarten, maar oprecht prachtig vormgegeven gildekaarten. 108 In totaal. In zes verschillende kleuren, 18 per kleur. Het bevat ook één startspelerkaart, één vuurvliegjes-festivalkaart, vijf overzichtskaarten en vijf ansichtkaarten.

Spelverloop

Het idee is dat in de Treelingswereld hard gewerkt wordt aan het jaarlijkse vuurvliegjesfestival. De vuurvliegjeszwermen mogen enkel opstijgen vanaf de hoogste plateaus in de stad. De zes verschillende gildes doen hun best om zo hoog mogelijk te bouwen. De gildekaarten worden geschud en elke speler krijgt 3 gildekaarten. Deze liggen open voor zich en worden een district genoemd. De andere gildekaarten worden de gedekte trekstapel. Kaarten van dezelfde soort worden boven elkaar gelegd en gaan dus “de hoogte in”.

De langste speer mag beginnen en ontvangt de startspelerskaart om dit aan te tonen. Er wordt een markt van vijf kaarten neergelegd. Dit wil zeggen dat de bovenste vijf kaarten van de trekstapel er, open, naast worden gelegd. Aan het begin van elke beurt wordt de markt terug aangevuld tot 5 kaarten. Tijdens je beurt heb je nu een belangrijke keuze te maken. Je kunt ervoor kiezen om van één kleur alle kaarten te pakken óf om alle eenlingen te pakken (kaarten met een kleur waar er maar één van in de markt ligt). Deze leg je direct aan je eigen district aan. Begin je een nieuwe kleur boom in je district, dan leg je die of helemaal links, of helemaal rechts, niet tussen bestaande bomen!

De vuurvliegjeskaart wordt aan het begin van het spel op de 21ste plek tussen de gildekaarten gelegd. Wanneer deze bovenaan komt te liggen (hij ligt ondersteboven ten opzichte van de andere kaarten), betekent dit het einde van het spel. De ronde mag afgemaakt worden tot de speler voor de startspeler zijn beurt heeft gespeeld.

Nu volgt de puntentelling. Er wordt hierbij enkel gekeken naar je eigen district. Een boom levert punten op aan de hand van de hoogte van de bomen die er aan beide kanten naast staan. Zie de bomen van jou en je medespelers als een cirkel. Jouw meest rechtse boom heeft dus invloed op de meest linkse boom van de speler die na jou komt. Een boom levert enkel punten op wanneer deze minstens net zo groot is als de bomen naast zich. Je verdient dan aan deze boom net zoveel punten als het aantal kaarten dat deze hoog is. Klinkt misschien een beetje ingewikkeld, maar is eigenlijk heel simpel. Op de overzichtskaarten staat het voor de duidelijkheid ook nog uitgebeeld.

Festival van vuurvliegjes

Zelf vind ik altijd erg leuk wanneer een spel niet eindigt wanneer de trekstapel leeg is, maar dat dit heel abrupt gebeurt. Dit maakt dat spelers sneller overhaaste beslissingen nemen of juist een gokje wagen. Ik vind dit een superleuk spelelement wat mij in meerdere spellen aantrekt zoals bijvoorbeeld G.U.B. (hoewel het daar nog wel een soort van anders werkt). Verder vind ik de kaarten zoals ik al eerder heb gezegd enorm mooi en het spreekt bij mij erg tot de verbeelding. Ik zou zeggen, probeer het zeker eens!